Gebiedspaspoort voor Laag-Soeren
De Rhedense gemeenteraad stelde dinsdag 27 oktober 2020 unaniem het gebiedspaspoort voor Laag-Soeren vast. Een gebiedspaspoort is een toetsingskader en inspiratiedocument voor mensen die een initiatief in het rijks beschermde dorpsgezicht Laag-Soeren willen opzetten.
Samen met inwoners en gebruikers van het gebied is het gebiedspaspoort opgesteld. Met dit document wil de gemeente de ruimtelijke en historische kwaliteit van het rijks beschermde gebied in stand houden. En daar waar mogelijk ook ruimte voor ontwikkelingen bieden. Het paspoort biedt inspiratie, inzicht en randvoorwaarden aan de initiatiefnemers.
Tegelijkertijd wordt er in deze gebieden natuurlijk ook gewoond en gewerkt en moeten ontwikkelingen mogelijk blijven. Een opdracht tot behoud én ontwikkeling kortom, hetgeen soms een spanningsveld kan opleveren.
“Waar de meeste beschermde gezichten in stedelijk gebied liggen, is het beschermd gezicht in Laag-Soeren één van de weinige gezichten in Nederland die juist in het buitengebied ligt..
Het dorp Laag-Soeren ligt op de rand van de Veluwe en is een buitengebied met voor Nederland uitzonderlijke cultuurhistorische, ecologische en landschappelijke kwaliteit. Dit buitengebied heeft vanwege die reden een bijzondere status gekregen. Het is een rijks beschermd dorpsgezicht. De huidige verschijningsvorm van het beschermde dorpsgezicht is vooral te danken aan de ontwikkelingsgeschiedenis van de afgelopen twee eeuwen. Deze is nog goed van het landschap af te lezen. De sprengen met water- en papiermolenlocaties, historische paden en monumentale lanen, de parkaanleg, Huis Laag-Soeren, het voormalige kuuroord Bethesda, vakantievilla’s en pensions, boerenerven en de Soerense Enk vormen grofweg de landschappelijke ingrediënten voor het beschermde dorpsgezicht van Laag-Soeren. Dit alles resulteert in een healing environment en een verbindend landschap, waarin verschillende sferen en functies bij elkaar komen. Het landschap is uitermate leesbaar door het reliëf en de kleinschalige inrichting.
HISTORISCHE CONTEXT Laag-Soeren ligt op de rand van het stuwwallenlandschap van de Veluwe, waar het landschap wordt gekenmerkt door een licht golvend, bebost zandgebied. De Veluwe is een stuwwal die tijdens het saalien (de voorlaatste ijstijd) door het landijs is gevormd.
BOUWSTENEN VAN HET BESCHERMD DORPSGEZICHT LAAG-SOEREN ontwikkelde zich van agrarische nederzetting met boerenerven en schaapskooien tot een papierproductielandschap en uiteindelijk een kuuroord en recreatiegebied.
STRUCTUREN. Het buitengebied van Laag-Soeren kenmerkt zich door een grote diversiteit in het landschap. Ten oosten van het beschermde dorpsgezicht Laag-Soeren ligt de dichtbeboste en heuvelachtige Veluwe en ten westen het dorp Laag-Soeren met daarachter het nattere landschap van de IJsselvallei. In het zuiden ligt de Soerense enk. De afwisseling van open en gesloten delen in het landschap zorgen voor een verrassend effect met verschillende zichtlijnen. In Laag-Soeren bestaat de historische waterstructuur uit de sprengenbeken van de Bovenbeek en de Soerense beek. De zuidelijke tak van de Soerense beek wordt de beek naar de Hees genoemd. Deze waterstructuren lopen onder het Apeldoorns kanaal door.
KLEINSCHALIGE INRICHTING Laag-Soeren is kleiner dan je aan de hand van de rijke geschiedenis en de diversiteit in het landschap zou vermoeden. Het beschermde dorpsgezicht vormt een staalkaart van landschappen en bebouwing en kent een kleinschalige inrichting. Van oudsher is extensieve landbouw het belangrijkste grondgebruik, wat resulteerde in kleinschalige akkercomplexen, zoals op de Soerense Enk. Hoewel er ook sprake is van schaalvergroting in het gebied, zijn de fysieke sporen van de kleine boerenbedrijven nog steeds aanwezig, in de vorm van kleine boerderijen, verdeeld over kleine percelen. De bebouwing is incidenteel en kleinschalig; meestal gaat het om kleine volumes, ingebed in het groen. Dat geldt ook voor de later gebouwde villa’s en pensions. Het voormalige badhuis vormt vanwege de flinke omvang een uitzondering op deze regel. Het gebied is ontsloten door smalle wegen en paden, verhard en onverhard. De opgave in Laag-Soeren is dan ook om eigentijdse ruimtelijke opgaven zorgvuldig in te passen in de maat en schaal van het fijnmazige landschap
VERDUURZAMEN en energieproductie. De energietransitie en de klimaatadaptatie vraagt om een nadere uitwerking in Laag-Soeren. Nieuwe vormen van energiewinning en verduurzaming dienen samen te gaan met de cultuurhistorische waarden. Vanwege de schaalgrootte en de impact op het landschap van het beschermde dorpsgezicht is er geen ruimte voor grootschalige grondgebonden energievoorzieningen, zoals windmolens en zonnevelden.
HISTORISCHE ERVEN in deelgebied Soerense Enk zijn: boerderij De Zonnehoeve (Priesnitzlaan 8), Priessnitzhoeve (Priesnitzlaan 10), het Jachthuis (Priesnitzlaan 21A), boerderij Nieuwe Boer (Professor Pellaan 4), en tabaksboerderij Rouwenhorst (Professor Pellaan 2). De herontwikkeling van erven moet mogelijk blijven, zoals bij de Priesnitzhoeve. De opgave voor de erven en de gebouwen is om vast te houden aan de eigenheid zonder de ontwikkelmogelijkheden op slot te zetten. Nieuwbouw moet passen bij de plek of identiteit van de omgeving. De architectuur kan historiserend zijn, maar ook eigentijds. Duidelijkheid over de mogelijkheden wat betreft functie, inrichting, herbestemming, herontwikkeling en bedrijvigheid is hierbij cruciaal.
WENSBEELD De Soerense Enk is een gradiënt van hoger gelegen Enk gronden richting lager gelegen broekgronden en wordt door de eeuwen heen gebruikt als landbouwgebied. De openheid van de enk en de zichtlijnen over de enk vanaf de randen is een belangrijke kwaliteit. Het deelgebied kent een afwisseling van akkers, weidegrond, houtwallen en verschillende boerenerven. Openheid en een agrarisch, groen en gevarieerd karakter behoren tot de kernwaarden van het Enkgebied. Blikvanger vormt het Priesnitzmonument. Richting de broekgronden wordt het landschap van de Soerense Enk sterk benadrukt door het coulisse effect dat door de houtwallen tot stand komt. In het deel van de broekgronden liggen restanten van de zuidelijke takken van de Soerense Beek, waarvan het wenselijk is om deze weer herkenbaar te maken. Het gebied is anders dan het sprengenlandschap: een moerassenlandschap is hier niet op zijn plaats, regelmatig onderhoud van de houtwallen is belangrijk. Er dient een balans te zijn tussen instandhouding en onderhoud van de open gebieden, de zichtlijnen en de houtwallen. Het behoud van de agrarische functie en de bebouwing staan in dit deelgebied voorop. Een kwaliteit van het gebied is de openheid en de kleinschalige inrichting. In het Enkgebied is geen ruimte voor grote ontwikkelingen: nieuwe bouwlocaties en megastallen zijn niet wenselijk. Ontwikkelen binnen het bestaande en met kwaliteitsverbetering zijn belangrijke randvoorwaarden: een paar meter hier en daar zou niet moeten uitmaken, als het maar kwalitatief is en binnen het bestaande past. Ook bouwen naar behoefte en nieuwbouw alleen ter vervanging van bestaande bebouwing (rood voor rood regeling) horen hierbij. Herbestemming van de erven met nieuwe functies hoeft niet beperkend te zijn. Wel moet de verschijningsvorm van de bebouwing passen bij de kwaliteiten van het deelgebied, in dit geval boerenerven rondom de enk. Naast de agrarische functie is er ruimte voor recreanten met nadruk op dagrecreatie (fietsen, wandelen, paardrijden of een bezoek bij de boer). Verblijfsrecreatie op de enk is denkbaar alleen als het kleinschalig is: kamperen bij de boer of een bed & breakfast op de erven. Grootschalige recreatie, zoals de camping in het bos, blijft aan de randen van het Enkgebied en wordt door groen afgesloten.
De gemeente Rheden heeft een speciaal bestemmingsplan archeologie die zij meeneemt bij het afgeven van een omgevingsvergunning. Uitgangspunt is dat archeologische waarden zoveel mogelijk in de ondergrond behouden blijven door middel van planaanpassing en/of archeologievriendelijk bouwen. Archeologisch onderzoek is nodig indien werkzaamheden worden verricht binnen een gebied met een archeologische (verwachting)waarde, en de bodemverstoring groter is dan de vastgestelde ondergrens.